Een huis opknappen vraagt nogal wat, zeker als dat huis in gebruik is geweest als kantoor en de slaapkamers aan particulieren werden verhuurd. Michael en Barbara Vellinga vertellen wat ze allemaal tegenkwamen. En dat het de moeite waard was.
Als je je huis dan toch in de oude staat wilt herstellen, kun je het net zo goed meteen laten isoleren, besloten Michael en Barbara. Daar hebben ze geen
spijt van gekregen.
“We vonden dit huis meteen prachtig, ook de locatie”, vertelt Michael. “Er zaten nog veel oude elementen in, die we zoveel mogelijk wilden behouden. Maar het huis was lang verhuurd geweest, en dat had zijn sporen achtergelaten.”
Zo had de ruimte die als kantoor was gebruikt nog contactdozen voor fax- en telefoonaansluitingen. Die gingen eruit. De deuren van de slaapkamers hadden allemaal sloten, en sommige waren ook weer vervangen door andere. Alle deuren in het huis waren bedekt met triplex.
Barbara: “In de gang lag lelijke vloerbedekking, en de keuken lag helemaal achterin het huis. Dat was vroeger heel normaal, zo hield je de etensluchtjes buiten de woonkamer. Maar wij vonden het niet
praktisch.”
De Vellinga’s besloten om het huis niet alleen te verfraaien maar ook meteen te verduurzamen. “Anders doe je het niet meer”, zegt Barbara. Het leuke was dat met het weghalen van alles wat niet mooi was er steeds weer dingen van vroeger tevoorschijn kwamen. “Onder de triplex op de deuren bleken prachtige paneeldeuren te zitten! Ook de suitedeuren in de kamer bleken nog de volledige panelen te hebben”.
Avontuur
“We werkten van boven naar beneden. Het opknappen en isoleren van het huis was eigenlijk een meertrapsraket,” zegt Michael. “En bovendien een avontuur met allerlei verrassingen, dat was het leuke ervan.”
Ze begonnen met het dak, dat uit een pannendak en een plat dak bestaat. Op het platte deel kwam een laag twaalf centimeter dikke isolatie te liggen, er bovenop kwam een laag wit bitumen. Het schuine dak werd van binnenuit geïsoleerd. “Dat ging me wel aan het hart”, zegt Michael, “want er zat prachtige houten betimmering onder het dak. Maar anders hadden alle originele pannen eraf gemoeten.”
Daarna waren de gevels aan de beurt. Net als vrijwel alle andere huizen in de Oranjewijk heeft ook hun huis een steensmuur zonder spouw. Daarom hebben ze de gevelmuren van binnenuit geïsoleerd door de oude gipswanden weg te halen. In de ruimte erachter kwamen PIR-isolatieplaten met aan de buitenzijde ademend folie en aan de binnenkant waterdicht folie. Daarover heen kwam weer een gipswand. Ook achter de oude gipswanden zaten leuke verrassingen, zoals oude kranten uit 1917 en 1918.
De ramen kregen nieuwe kozijnen, waarbij de oorspronkelijke omlijstingen bewaard bleven. Het HR++-glas scheelt enorm. De glas-in-loodramen kregen een extra raam erachter. “Je kunt wel merken dat dat minder goed isoleert dan het andere glas,” vindt Barbara. “Dat komt ook omdat de voorkamer op het noorden ligt. Als er in de winter zo’n ijzige wind waait, doen we wel eens de gaskachel aan.”
Thermogordijnen
Wat verrassend goed helpt, zijn de thermogordijnen. “Dat scheelt misschien wel net zoveel als het HR++-glas”, denkt Michael. “In de voorkamer hebben we zware veloursgordijnen en voor de ramen aan de achterkant gordijnen met een laag speciaal weefsel dat in de zomer de warmte buiten houdt en in de winter de kou buiten.”
Barbara laat de gordijnen zien. “Er zit aluminium in. De gordijnen zijn heel licht en dat is fijn want achter zijn de ramen heel hoog. Daar kun je geen zware gordijnen ophangen”.
En toen was de vloer aan de beurt. De houten vloer moest eruit want die was op, vertelt Michael. “Het was wel een mooie vloer. Hij kwam uit 1953, dat zagen we aan de stempels. Maar vooral in de achterkamer waren de spijkers erin gaan roesten.” De kruipruimte onder de kamer werd volgestort met schuimbeton. Er kwam vloerverwarming in te liggen, die zijn warmte krijgt van een warmtepomp op lucht.
“We bleken door de goede isolatie toe te kunnen met water van 35 tot 40 graden. En toen was een warmtepomp opeens mogelijk. We hebben de stilste uitgezocht, want je woont hier nu eenmaal dicht op elkaar,” zegt Barbara. Door de vloerverwarming konden de radiatoren in de kamer weg. Daar bleken prachtige panelen achter te zitten.
Verrassingen
De gang en de vestibule hadden nog twee verrassingen in petto. De eerste was een poreuze gasleiding. “Toen snapten we opeens waarom we in de zomer nog zoveel gas verbruikten…” De tweede was dat onder de vloerbedekking een prachtige marmeren vloer bleek te liggen. “Niet met tegels”, zegt Michael, “maar met grote platen. Ik heb de vloerbedekking er in kleine stukjes af moeten beitelen, maar het was het waard.”
Via NEO schaften ze ten slotte zonnepanelen aan. Michael: “Gelukkig hadden we toen we het dak lieten isoleren daarvoor al een voorziening laten maken. Ook voor stadsverwarming, trouwens. Want daar was sprake van toen we de vloer lieten isoleren. Misschien gebruiken we die buizen wel nooit, maar als het toch zover komt, scheelt het veel geld.”
Behalve alle mooie elementen die nu weer zichtbaar zijn, scheelt de isolatie zeker dertig procent gasverbruik, denken beiden. Barbara: “En het wooncomfort is er enorm op vooruit gegaan. Nu kunnen we ook alle vertrekken in het huis het hele jaar door gebruiken. In de zomer kunnen we beneden een beetje koelen door de warmtepomp, en de vochtige atmosfeer die ’s zomers eerst in de kamer hing, is weg.”